Voorste draagpositie In kijkrichting

Waarom is dragen met het gezicht naar voren toegestaan en is dat wel ergonomisch?

Telkens weer horen ouders dat het "niet goed" is om de baby in het zicht te dragen. Dit is niet juist als een algemene verklaring en moet op een meer gedifferentieerde wijze worden beschouwd. Bij Ergobaby moedigen we ouders aan om op hun buikgevoel te vertrouwen en om intuïtief en adequaat te reageren op de behoeften van hun kind.

• Deze draaghouding is een zuiver actieve houding: dit betekent dat de baby in deze houding goed uitgerust, wakker, tevreden, aandachtig en actief moet zijn. De ogen zijn wijd open en kijken geïnteresseerd rond. De baby maakt vaak geluidjes en lacht..
• De voorste draagstand kan worden gebruikt vanaf 6,4 kg en op zijn vroegst 5-6 maanden. Eerder past het kind niet in deze draagpositie. Op deze leeftijd hebben onze kinderen de hand-oog coördinatie al onder de knie en is de hand-greep reflex verdwenen. Baby's willen een actieve rol spelen en meedoen.
• Het is een natuurlijke, intuïtieve draaghouding: gedragen worden zoals op de arm van mama en papa! De draagzak ontlast de armen en rug van de ouders en creëert twee vrije handen, bv. voor broers en zussen, om voor te lezen, voor lichte huishoudelijke en keukenklussen en voor gezamenlijke activiteiten in de tuin.
• In Ergobaby draagzakken bevindt het kind zich in de ergonomische M-positie in de buikdrager: dit betekent dat de benen gehurkt zijn, iets uit elkaar en dat de dijen worden ondersteund.
• Dit leidt tot een ontspannen rug- en hoofdhouding, vergelijkbaar met een luie stoel: de rug van het kind leunt tegen het bovenlichaam van de ouders en het hoofd kan naar behoefte ontspannen worden neergelegd, maar ook actief worden vastgehouden. Precies de juiste positie om geleidelijk de wereld te verkennen, beschermd en vastgehouden.
• Het kind maakt snelle ontwikkelingsstappen door in het eerste levensjaar. De frontale draagmethode stelt het kind in staat om vanuit en over het midden van het lichaam te grijpen met zijdelingse gewichtsverplaatsing. Ruimtelijke waarneming wordt meer en meer gedifferentieerd en het gezichtsveld breidt zich uit. In deze houding traint de baby zijn motoriek, coördinatie (hand/hand, hand/ogen, hand/voet) en stimuleert hij zijn spieren. De nieuwsgierigheid groeit.
• De 4 verschillende, gevarieerde draagposities (buikdrager, buikdrager, heupdrager en rugdrager) in de Ergobaby Aerloom en Omni babydrager maken een 360 graden rondom zicht mogelijk, individueel volgens de behoeften en het ontwikkelingsstadium van het kind, geven het kind verschillende bewegingsimpulsen en stimuli en bevorderen de diepteperceptie. De baby kan altijd verschillende bewegingen ervaren terwijl hij wordt gedragen of zelf beweegt.
• Tot de 5e maand moet de baby met het gezicht naar de ouders worden gedragen. De stimulans van de ogen bevordert houding, beweging en rechtop staan en is daarom van bijzonder belang in de ontwikkeling van het kind "in de richting van het lopen".

DAAROM RADEN WIJ AAN:

Gebruik de voorste draagpositie...

• ALLEEN voor 15-20 minuten per keer. Let op tekenen van vermoeidheid en overprikkeling (huilen, in de ogen wrijven, rusteloosheid, het hoofd wegdraaien, enz.
• NIET om uw kind te laten slapen, maar alleen tijdens de wakkere, alerte en actieve fasen.
• ALLEEN in een rustige, beschermde en prikkelarme omgeving, zoals thuis, in de tuin, tijdens gezamenlijke activiteiten. NIET om in mensenmassa's te lopen.
• ENKEL bij correct gebruik: hurk uw baby en laat hem diep in de stoelzitting (relaxfauteuil) glijden.
• ALLEEN vanaf ca. 6 maanden, wanneer uw baby voldoende controle over het hoofd heeft en comfortabel in deze positie in de drager past (kin is duidelijk zichtbaar).