Ja, slapen is één van die dingen. De eerste jaren is het moeilijk voor zowel de ouders als voor de baby. Maar iedereen moet door deze, al bij al prachtige, fase heen. En de één heeft het minder moeilijk dan de ander. Eén, of eigenlijk meerdere tips om beter grip te krijgen op de slaap worden gegeven door onze draagconsulent Mieke in onze huidige tip van de maand.
Pas geboren baby’s slapen veel. In de eerste weken na de geboorte slaapt een baby ongeveer 16-18 uur, op de leeftijd van vier tot vijf maanden nog 14-15 uur per dag. In de eerste weken na de geboorte is het slaappatroon van een baby niet zozeer één van dag en nacht – de vijf tot acht slaapfasen zijn eerder chaotisch verdeeld over 24 uur. Het kind slaapt niet ‘s nachts, maar als het moe is. Een kind vindt zijn individuele slaap-waakritme meestal na drie tot vier maanden. Dan slaapt hij meestal in drie blokken op ongeveer dezelfde tijden. Kinderen van drie maanden oud worden meestal nog twee tot drie keer per nacht wakker, op de leeftijd van negen maanden gemiddeld zelfs vijf keer per nacht. En zelfs op tweeënhalfjarige leeftijd meldt meer dan een derde van de kinderen zich ‘s nachts nog regelmatig. Pas als de groei van de hersenen op de leeftijd van drie tot vier jaar aanzienlijk vertraagt, lijkt de slaap echt solide te worden.
Baby’s verwerken voortdurend nieuwe informatie.
Een pasgeboren baby brengt ongeveer de helft van zijn slaap door in REM-slaap. Deze slaapfase is genoemd naar de snelle oogbewegingen die tijdens deze fase plaatsvinden. In de REM-slaapfase vinden in het menselijk brein processen plaats die te maken hebben met het verwerken, consolideren en opslaan van informatie. Daarom heeft REM-slaap een belangrijke betekenis voor de ontwikkeling van het menselijk brein: het onthouden en classificeren van ervaren informatie en het leren van iets nieuws. Het is dan ook heel natuurlijk dat een pasgeboren kind; dat voortdurend nieuwe informatie moet verwerken, classificeren en opslaan in de hersenen, en voortdurend nieuwe vaardigheden moet aanleren, een beduidend hoger percentage REM-slaapfases heeft dan een jongvolwassene. Deze laatste heeft slechts 20% REM-slaap.
De slaap in deze REM-fasen is veel gemakkelijker dan in de vier diepe slaapfasen en kan daarom ook veel gemakkelijker worden verstoord. Het is dan ook geen wonder dat een baby die op de arm in slaap is gevallen meteen weer wakker wordt als mama hem probeert neer te leggen. Maar baby’s worden niet alleen gemakkelijker wakker, ze moeten ook in de eerste plaats hun weg naar de slaap vinden. Als de slaapomstandigheden (LINK naar EdM Schlaftipp Schlafvoraussetzungen) kloppen, kunnen baby’s vanaf hun geboorte zelfstandig in slaap vallen. Om de weg naar de slaap te vinden, moet een kind echter niet alleen voldaan, warm en moe zijn, maar ook ontspannen en zich beschermd en veilig voelen.
Adrenaline beschermt ons tegen sabeltandtijgers.
Maar de adrenaline die vrijkomt als er gevaar of dreiging is, voorkomt echter ook dat u in slaap valt. Dus als de baby netjes en voldaan in een veilige omgeving – met een warme slaapzak, rookmelder, babyfoon en anti-allergeenmatras – en eigenlijk zo moe is dat hij klaar is om in slaap te vallen – ligt, gebeurt het onvermijdelijke: onze evolutionaire erfenis laat de baby nog steeds geloven dat hij ‘s nachts helemaal alleen zal bevriezen. Dat hij geen bescherming zal krijgen maar opgegeten zal worden door hyena’s of sabeltandtijgers of zelfs zal verhongeren en uiteindelijk sterven van de dorst. Dit gevaar, waar de baby in gelooft, veroorzaakt een adrenalinestoot die de baby uit zijn slaap houdt. Dus als een baby zijn weg naar de slaap niet vindt tijdens een golf van vermoeidheid, sluit er een bepaalde fase en moet je wachten tot er een nieuw slaapfase opstart.
De gemakkelijkste manier voor ouders om een baby in slaap te laten vallen gebeurt door de tekenen van vermoeidheid al vroeg op te merken – of het nu gaat om een geeuw, het zich ronddraaien, het aanraken van hun oor of het wrijven in de ogen, enz. Dan is namelijk de tijd gekomen om het kind een slaapomgeving aan te bieden waarin het zich veilig en geborgen voelt. Sommige kinderen hebben een hogere dosis nabijheid nodig dan andere. Er zijn baby’s die op de leeftijd van een paar maanden rustig in slaap vallen in hun bed, en er zijn driejarigen die niet in slaap kunnen vallen zonder een vertrouwd persoon in hun nabijheid. Vooral veilig en geborgen kinderen die overdag kunnen terugvallen op een hechte betrouwbare band met hun ouders hebben vaak slaapondersteuning nodig.
Mama’s borst lijkt wel op een verdovingsmiddel
De meest effectieve manier om dit te doen is in de beschermende nabijheid van een vertrouwd persoon en de bekende kenmerken die met hem of haar verbonden zijn: stem, hartslag, geur, beweging. Moeders die borstvoeding geven hebben het onovertroffen voordeel dat ze met hun borst een slaapmiddel hebben dat even goed werkt als een modern verdovingsmiddel. Maar het dragen van de baby zorgt ook voor een goede slaapomgeving waarin de baby zich veilig voelt. De nabijheid van de bekende persoon, zijn hartslag en geur bieden veiligheid en bescherming, terwijl de bewegingen van de draagzak de baby zachtjes in slaap wiegen. De rechtopstaande positie bevordert de spijsvertering en helpt bij winderigheid. De strakheid van de draagzak zorgt voor steun en een vertrouwd gevoel van geborgenheid.